"Wij hebben met Justin onze teambuilding volledig zonder zorgen uit handen gegeven. Zijn benaderbaarheid, geen lullen-maar poetsen-mentaliteit en zijn oprechte interesse in mensen maakte de teambuilding voor ons tot een groot succes. Wij zien uit naar de volgende keer!"
“Vanuit INDUS werken we op zeer plezierige manier samen met Justin. Hij is betrokken, creatief, deskundig en heeft het hart op de goede plek. Wij, onze cliënten en opdrachtgevers zijn zeer tevreden over hem en we zien ook dat zijn interventies bijdragen aan de ontwikkeling van jongeren.”
“We vonden het goed dat je meeging met de ‘flow’. Je voelde goed aan wat er op dat moment nodig was en was niet gefocust op de planning. Je maakt veel gebruik humor wat we konden waarderen. Op de momenten dat het serieus werd, kon je goed schakelen en aansluiten bij de medewerkers. Over de gehele dag heb je een positieve en fijne energie.”
Goede gesprekken
Een van de mooiste onderdelen van mijn werk zijn de gesprekken die ik heb met mensen. Ze laten goed zien hoe een workshop, training of coaching het verschil kan maken. Hoe het je anders kan laten kijken naar hetzelfde.
Job zou blijven zitten. Dat had hij al gehoord. Dus hij besloot de laatste maanden van het schooljaar niets meer te doen. ‘Wat heeft het nog voor zin?’ zei hij.
Job en ik gingen samen sporten om even los te komen. We deden allerlei oefeningen. De eerste opdracht was simpel: een tennisbal overgooien. ‘We doen vijftig keer in één minuut, oké?’ zei ik. ‘Doen we,’ zei Job. Toen we dertig seconden bezig waren hadden we pas vijftien keer overgegooid. We zouden het nooit meer halen.
Dus ik stopte en ging op de grond zitten: ‘Laat maar zitten, we wachten wel, het heeft toch geen zin meer.’
Job demonstreerde: ‘Hoe bedoel je, we kunnen toch gewoon doorgaan?’
‘Waarom?’ vroeg ik.
Job reageerde stellig: ‘Het maakt toch niet uit dat we het niet halen? We kunnen gewoon zover mogelijk proberen te komen.’
Het bleef even stil.
‘Wacht,’ zei Job, ‘Dit is precies wat ik doe op school. Dat wil je me laten zien hè?’
We begonnen met boksen. Maar Musa gaf al snel aan dat dat niet zijn sport was. ‘Ik wil jou wel leren hockeyen,’ zei hij brutaal.
Ik lachte: ‘Dat lijkt me leuk. Volgende week zorg ik dat we in de zaal kunnen.’
‘Zet je voeten op deze manier neer en houd je stick net zo vast als ik,’ coachte Musa me een week later toen we aan het hockeyen waren. Ik deed alles wat hij zei. Zo letterlijk mogelijk.
‘Je doet het niet goed,’ zei Musa na een tijdje.
‘Hoezo niet? Ik doe echt precies wat je zegt.’
‘Ja maar je kunt zelf toch wel bedenken wat je nog meer moet doen of hoe ik het bedoel?’ – Musa heeft, mede door zijn autisme, moeite om zich in te leven in de positie van anderen. Hierdoor voldoen mensen al snel niet aan zijn eisenpakket.
‘Nee, dat kan ik niet zelf bedenken,’ was mijn antwoord.
Ik heb zijn gedrag nog even gespiegeld en daarna vroeg ik hem om te komen zitten. ‘Ik denk dat je ondertussen wel in de gaten hebt dat ik eigenlijk jouw gedrag vertoon,’ zei ik.
‘Ja, dat had ik wel door.’
‘Luister Musa, wat ik je vooral wil laten ervaren, is het volgende: mensen vullen te vaak dingen in. Daar wordt het eigenlijk alleen maar onduidelijker van. Dus je moet er niet van uitgaan dat de ander het wel snapt. Net als dat je er niet vanuit moet gaan dat de ander jou wel vertelt wat je wilt weten. Duidelijkheid creëer je zelf. Door te vertellen, of door te vragen.’
‘Ik begrijp wat je bedoelt,’ zei Musa, ‘ik moet mensen niet gelijk afschrijven en ze misschien een tweede kans geven.’
Tijdens een teamtraining in het speciaal onderwijs wilde ik de docenten op een andere manier naar zichzelf laten kijken.
Ik liet ze beginnen met een pittige, sportieve warming-up. Toen iedereen dacht dat ze klaar waren, liet ik ze de hele warming-up nog een keer doen.
Daarna kregen ze een lijst met allerlei stellingen en een eindvraag: wat zegt dit over mij?
Lida (de directeur) vroeg of ik bij haar wilde komen: ‘Justin. Marcel en ik snappen er helemaal niks van. Wat moeten we nu doen?’
‘Nou, het is niet zo heel moeilijk. Je beantwoordt bijvoorbeeld deze stelling: ‘Ik vond de herhaling in de training wel of niet fijn’ en daarna trek je voor jezelf een conclusie. Wat zegt dit over jou? En dan met name over jou als persoon op de werkvloer.’
Marcel keek me aan en zei: ‘Nou, ik vond het verschrikkelijk dat je ineens zei dat we alles nog een keer moesten doen. Dus wat zegt dat over mij? Dat ik een hekel heb aan herhaling of er slecht tegen kan dat een ander mij vertelt wat ik moet doen?’
Ik liep al een tijdje rond op die school en wist al het een en ander over Marcel. Ik zei: ‘Ik denk dat je er anders naar moet kijken. Jij vond de herhaling verschrikkelijk, omdat-ie onverwachts was. Dat zegt vooral over jou dat je graag van te voren weet waar je aan toe bent. Omdat jij die duidelijkheid prettig vindt, gun je jouw leerlingen hetzelfde. En wat ik de afgelopen maanden gezien heb, is precies dat. Een leraar die heel voorspelbaar en daardoor ook heel betrouwbaar is voor zijn leerlingen. Door die veiligheid ontwikkelen jouw leerlingen zich elke dag een beetje meer.’
Lida stond nog mee te luisteren en zei: ‘Zo, dat is inderdaad anders kijken naar hetzelfde.’
De hele klas was enthousiast over de looping station workshop. Behalve Lisa. Al bij binnenkomst liet ze me met haar blik blijken dat ze niet van plan was om mee te doen.
‘Hey, hoe is het? Heb je er een beetje zin in?’ vroeg ik.
‘Nee, en ik ga ook zeker niks doen,’ was Lisa’s antwoord.
Ik zei: ‘Dat heb je goed. Vandaag gaan we sowieso niks doen waar je geen zin in hebt. Dat doen we al te vaak op school, toch?’
Ik kreeg een blik van verbazing met een kleine glimlach terug.
De rest van de workshop lag mijn focus bij de de klas. Veel humor, veel muziek. Tussendoor keek ik hoe het met Lisa ging. Haar lachbuien lieten zien dat ze het leuk vond, maar ze deed vooralsnog niet mee.
Toen iedereen lekker bezig was, checkte ik bij haar in: ‘Vind je het leuk?’
‘Valt wel mee. Het is wel oké.’
‘Daar doe ik het voor,’ was mijn antwoord. Ik vervolgde: ‘Ik heb een voorstel. Ik zet de looping station zo aan en jij klapt gewoon een paar keer in je handen. Vind je het niks, dan gooi ik de opname weg. Weet je wat het is? Ik wil gewoon dat iedereen op de opname staat. Maakt me echt niet uit wat je doet.’
‘Dan tik ik wel met mijn pen op tafel. Ik ga echt niet klappen,’ zei Lisa.
‘Deal!’
Na een aantal tikjes met de pen hield ik mijn hand in de lucht met de microfoon ernaast. De high five was perfect getimed. Het paste precies op de beat.
Lisa lachte.